Theraplay

Aletta: “Ja, Theraplay. Ik word heel enthousiast vanwege het merkbare effect door intensieve samenwerking met ouders/verzorgers en het kind. Ik heb een casus gehad met een alleenstaande vader en zijn zoon die worstelden met verzorgende taken. Ik weet nog het moment, na een stuk of zes sessies, dat het jongetje naar me toe kwam lopen met zijn handjes trots in de lucht: “Kijk eens! Mijn nagels zijn geknipt zonder dat ik moest huilen.”

Charlotte: “Ik heb inmiddels een andere baan ernaast, maar Theraplay laat ik niet los. Ik krijg zoveel energie van de kleine stapjes die (pleeg)ouders en hun kinderen zetten om patronen te doorbreken! Een ouder die gestrest binnenstapt en gereguleerd de deur uit kan, is écht heel tof. Maar het is niet: als je aan Theraplay doet, dan komt het goed. Het zit in medewerking, leerbaarheid en draagkracht van de (pleeg)ouders die soms heel veel op hun bordje hebben liggen.”

Stephanie: “Je moet je voorstellen dat ouders soms zelf veel hebben meegemaakt. Ik deed bij een moeder een voorbeeldsessie van hoe je de handen van het kind in kan smeren. Toen bleek dat zij die liefdevolle aanraking nooit zelf had ervaren. Ze vond het heel fijn dat ik het voor deed bij haar kind. Ze hoefde het zelf eerst niet te doen, maar kon erbij zitten en kijken. Ik vraag dan aan de moeder: ‘Zie je nog een plekje op de arm wat ingesmeerd kan worden?’ Op een gegeven moment was moeder zover dat ze het zelf over kon nemen. Door terug te kijken naar de beelden, konden we gezichtsdynamiek spiegelen en aan de slag met beter af kunnen stemmen op haar kind. Sommigen moeten een stuk schaamte voorbij.” Aan collega’s: “Zo’n massage voelt best intiem of vinden jullie dat niet zo?”

Aletta: “Jazeker, je gaat contact aan met vreemden op een intensieve manier. Maar het is mooi hoeveel je op kan bouwen binnen korte tijd. Het is mooi om te voelen en te merken dat een kind open staat om het contact aan te gaan en dat je een veilige haven kan bieden in dat ene uurtje.”

Charlotte: “Een oma en haar kleinzoon zijn mij bijgebleven. Beiden waren in de basis beschadigd door wat ze hadden meegemaakt. Oma werkte heel hard mee in de Theraplay-sessies en probeerde goed aan te sluiten bij haar kleinzoon. Wanneer haar mobiel ging zei ze bijvoorbeeld: ‘Ik ben bezig met jou dus ik kan niet opnemen.’ We werkten aan sensitiviteit. Na een tijdje zei ze: ‘Hij komt weer naar ons toe om een knuffel! En als we buiten lopen, zoekt hij onze veiligheid door een hand te geven.’ Het mooie in die casus was dat het jongetje mij steeds meer af begon te wijzen en voor zijn oma koos. Toen ik zei: ‘Moet je eens even naar oma kijken hoe trots ze is?’ bevestigde zij dat door haar kleinzoon een dikke kus te geven. En dat is heel mooi want sommige ouders bevestigen dan in woorden terwijl ze vlak bliiven in hun emotie.’

Aletta: “Soms raakt het ook je eigen geschiedenis en krijg je een weerspiegeling van je eigen emotieregulatie.”

Charlotte: “Ja, een meisje wat volledig de regie wilde overpakken, vond ik heel moeilijk! Ik vind gewoon dat je moet luisteren naar een volwassene. Maar om dan naast zo’n ouder te kunnen gaan staan, is fijn. Ik zei: ‘Tsjonge, dit is hard werken! De afwijzing die ik nu voel, ervaar jij ook, maar dat moet veel intenser zijn!’ Een (pleeg)ouder is altijd met het kind en zelf kun je weer herstellen na een sessie.”

Aletta: “In het benoemen van de patronen kan Theraplay ervoor zorgen dat een (pleeg)ouder merkt dat ze onbewust bekwaam zijn. Een stukje bevestiging van wat al heel goed gaat.”

Charlotte: “Dat klopt, Theraplay is niet het in kaart brengen van wat er niet goed gaat, maar vooral wat gaat er al wél goed.”

Stephanie: “Het valt me op dat iedere (pleeg)ouder meer inzicht kan krijgen in wat het kind nodig heeft door gericht de beelden van zichzelf terug te kijken. Soms zijn er bepaalde karaktertrekken bij de (pleeg)ouder die niet helemaal passen bij wat een kind op momenten nodig heeft. Denk aan een hele nuchtere ouder die door deze eigenschap niet zo afstemt op het verdriet. Of een ouder met veel humor, maar daardoor minder voorspelbaar is voor een kind met problemen in de hechting. Ik denk dat elke (pleeg)ouder in het contact met zijn/haar kind iets aan Theraplay zou kunnen hebben. Ik vergeet nooit dat één mama zei: ‘Dit is mijn lievelingsuurtje van de week!’


Wat is Theraplay?

Theraplay is gebaseerd op de hechtingstheorie. Dit is het inmiddels breed geaccepteerde idee dat de (pleeg)ouder-kindrelatie aan de basis ligt van een gezonde ontwikkeling. Theraplay versterkt de band tussen (pleeg)ouder en kind waardoor het gedrag van het kind verbetert. Het kind wordt bijvoorbeeld socialer of kan beter omgaan met zijn emoties. De Theraplaytherapeut begeleidt (pleeg)ouder en kind in de behandeling door speelse, grappige, verzorgende, uitdagende en ontwikkelingsgerichte activiteiten. Door op deze manier bezig te zijn, ervaart de (pleeg)ouder hoe hij/zij het gedrag van het kind kan reguleren en hoe het kind zijn/haar liefde kan ontvangen en accepteren. Dit helpt het kind om zich veilig te voelen. Het kind voelt zich verzorgd, gezien in het contact met de (pleeg) ouder en de moeite waard.

Voor wie is Theraplay?

Theraplay wordt succesvol ingezet om o.a. te helpen bij agressief, verlegen, controlerend of claimend gedrag van het kind. En ook bij verstoorde hechting, trauma, verwaarlozing, ASS of AD(H)D. Theraplay kan vanaf de babyleeftijd tot aan de puberteit worden ingezet.